Jamillah Habib werd geboren in Afghanistan. Op jonge leeftijd werd ze  uitgehuwelijkt. Ze kreeg vijf kinderen. Twee van hen lijden aan de erfelijke ziekte Thallassemie.

In de jaren ‘90 vertrok het gezin op uitnodiging van de Russische overheid naar Rusland. Uiteindelijk kwam Jamillah ongeveer twintig jaar geleden in Nederland terecht. Hier kregen haar zieke kinderen optimale zorg, en dus betere levenskansen.

In 2016 wilde haar broer trouwen. Omdat hij dat wilde vieren met familie, vrienden en dorpsgenoten wilde hij graag in Afghanistan trouwen. Dus reisde Jamillah met een paar van haar kinderen terug naar haar geboortegrond. Zo werd zij weer geconfronteerd met de erbarmelijke omstandigheden waaronder vrouwen, meisjes, zieken en invaliden daar moeten leven. Dat greep haar erg aan, ze voelde zich sterk met hun lot begaan. Dus heeft ze er voor gezorgd dat een aantal meisjes naar school konden: dat ze zich verder konden ontwikkelen zodat ze later steviger op eigen benen zouden kunnen staan. Ook gaf ze een aantal mensen ( vooral de moeders) die Thalassemie patiënten verzorgen de broodnodige middelen voor die verzorging. In haar dorp had dr. Noor Zadran inmiddels met zeer beperkte middelen een kleine Thalassemie kliniek opgezet.

In 2019 maakte Jamillah opnieuw een reis naar Afghanistan. Dit maal om familie te bezoeken en om hulp te bieden aan de kliniek in haar geboorte dorp. Tevoren had ze bij bekenden in haar omgeving in Nederland geld ingezameld. Met dat geld wilde ze de kliniek van dr. Noor Zadran ondersteunen, zodat de behandeling van Thallassemie patiënten kon worden verbeterd.
Thalassemie patiënten hebben regelmatig bloedtransfusies nodig. Daartoe moeten ze urenlang in een warme, bedompte ruimte zonder ventilatie op de grond liggen. En dat geldt ook voor de naasten, alweer voornamelijk moeders, die bij ze zijn om ze te verzorgen. Jamillah heeft ter plaatse stoelen , airco en water gekocht, waarmee het verblijf in de kliniek wat draaglijker is geworden.
Toen de mensen in het dorp hoorden wat Jamillah voor de kliniek had gedaan, vroegen ook zij haar om hulp. Zo kwam ze in aanraking met een paar ernstig zieke kinderen en gehandicapten, en ervoer ze aan den lijve hoe ellendig hun situatie is. Haar moederhart brak toen ze al die ellende zag, en besefte hoe ongelijk het in de wereld verdeeld is. Ze nam zich dan ook voor om, eenmaal terug in Nederland, door te gaan met geld inzamelen. Om, minstens in haar geboortedorp, maar liefst ook elders in Afghanistan, zo veel mogelijk patiënten aan een menswaardiger leven te helpen.

Eenmaal terug in Nederland begon ze vol goede moed. Ze vertelde haar verhaal aan wie het maar horen wil, en haalde er zelfs de krant mee. Toen kreeg ze van de organisatie Stimenz het advies om een stichting in het leven te roepen, zodat het doneren van geld makkelijker zou worden. In 2021 werd daarom, gefinancierd en ondersteund door Stimenz,de stichting Meezan in het leven geroepen.

Meezan is het Afghaanse woord voor Weegschaal. Een weegschaal zorgt immers voor balans, zodat er geen verschil meer hoeft te zijn in de kansen van mensen, hier of daar. Waar je ook woont, of je nu rijk of arm bent, gezond of niet, iedere mens is even waardevol. Iedereen heeft evenveel recht op geluk, op een menswaardig leven.